80 jaar vrijheid – Oorlogsverhalen in Het Witte Kerkje

De herdenking op 4 mei is een moment van herinnering, betekenis en verbondenheid. Voor sommigen is de oorlog nog een levendige herinnering; zij hebben de pijn en angst aan den lijve ondervonden. Voor anderen leeft de oorlog voort in verhalen, in de stiltes of in onuitgesproken familiegeschiedenissen. En helaas is oorlog voor velen wereldwijd nog altijd -en steeds meer- een harde, dagelijkse realiteit.

Juist in de kerk ontmoeten generaties elkaar. Hier delen we verhalen en zoeken we samen naar betekenis en hoop. We hebben drie persoonlijke verhalen verzameld – verhalen van oorlog, hoop en verbondenheid, waarin Het Witte Kerkje een rol speelde. De drie portretten zijn ook in beeld gebracht en stonden centraal in de dienst op 4 mei jl. in Het Witte Kerkje (hierbij de orde van dienst). 

Het verhaal van Wim Veltkamp
Als jongetje van vijf jaar trok Wim Veltkamp samen met zijn vader, oom en zusje het Dijnselbos in om hout te sprokkelen – vlakbij het hoofdkwartier van de Duitse bezetter. “Mijn vader had een vergunning van de gemeente Zeist,” vertelt Wim. “Dan mocht je de stronken die waren blijven staan na het rooien van de bomen sprokkelen als stookhout voor de kachel.” Met een karretje gingen ze die dag op pad.

Tijdens een onverwachte luchtaanval van Engelse Spitfires werd het plots levensgevaarlijk. Wim en zijn zusje moesten schuilen onder het karretje, beschermd door hun vader en oom.

Hij herinnert zich vooral de spanning, niet het gevaar. Later bleek dat ook Het Witte Kerkje was geraakt. De kerk was flink beschadigd. Na de oorlog waren alle handen nodig om het gebouw op te knappen. Een daad van hoop na een tijd van angst.

Het verhaal van Laurens Winkel

Laurens Clarus Winkel is vernoemd naar zijn grootmoeder, Klaartje Gans. Zij was gehuwd met Jos Winkel en waren Joods. Jos was goed bevriend met dominee Bas Tuinstra van Het Witte Kerkje. In de Tweede Wereldoorlog wist Klaartje te overleven door samen met haar dochter onder te duiken bij dominee Tuinstra in de pastorie. Zoon Hans, -de vader van Laurens- vertrok naar Engeland om zich aan te sluiten bij het leger. Jos Winkel had een ander onderduikadres, maar werd verraden.

Na de oorlog werd Laurens geboren, in een gezin dat voor altijd getekend was door de herinneringen aan de bezetting en het onderduiken. Van zijn grootmoeder hoorde hij verhalen over die tijd. “Gelukkig heb ik haar gekend,” vertelt Laurens. “Ik had mijn grootvader graag nog eens gesproken, maar hij werd in Auschwitz omgebracht.”

Laurens beschouwt het als een zegen dat zijn grootmoeder de oorlog overleefde, dankzij moedige mensen zoals dominee Tuinstra. Laurens heeft diepe bewondering voor zijn moed. “Ik zoek een plek is van alle tijden, maar die deur openzetten, is niet van alle tijden. Dat is heel wat anders.”

Het verhaal van Ineke Brouwer-Heij
In de oorlog werd de elfjarige Ineke Heij samen met haar moeder en zus geëvacueerd van Rotterdam naar Wageningen. Maar in 1944 moesten ze op bevel van de Duitse bezetter terug. Te voet begon hun tocht: haar moeder met een kruiwagen, Ineke op de fiets en haar zusje op een autoped. Via Bennekom en Veenendaal trokken ze verder, tot ze aankwamen in Huis ter Heide.

Daar mochten ze even rusten in Het Witte Kerkje. “In het kerkje stond een grote ton met soep,” herinnert Ineke zich. “Dat kopje soep was zó belangrijk. We hadden bijna niets gegeten.” De warme maaltijd, geserveerd uit metalen gamellen, staat nog steeds helder in haar geheugen gegrift.

Na de tocht keerden ze terug naar een gehavend Rotterdam. Tot op de dag van vandaag moet Ineke bij beelden van oorlog en vluchtelingen vaak aan die reis denken. “We zijn in al die jaren niet veel wijzer geworden,” verzucht ze. Wat haar altijd is bijgebleven, is de moed van de mensen in het kerkje. “Ze deden het toch, ondanks het gevaar. Dat vond ik heel bijzonder.”

 

We bedanken iedereen voor haar of zijn medewerking. Een woord van dank aan de Gemeente Zeist die ons financieel steunde. In het bijzonder willen we onze vertellers bedanken, voor het vertrouwen dat we van hen kregen om hun unieke verhalen vast te leggen.